Bij de ongekend grote hack op Sony Pictures Entertainment wijzen alle vingers naar Noord-Korea, maar het dictatoriale land ontkent het zelf in alle toonaarden. Toch houden ze er een vreemde mening op na.
Bij de hack op één van Hollywoods grootste filmstudio’s werden niet alleen een aantal nieuwe films en scripts gestolen, ook een stapel wachtwoorden, persoonlijke informatie over meer dan 6.000 werknemers en salarisstrookjes van acteurs werden ontvreemd. De details en hoeveelheid gevoelige informatie zijn ronduit absurd.
Al snel rees het vermoeden dat de hackers van Guardians of Peace, zoals ze zichzelf noemen, gelieerd zijn aan Noord-Korea. De software die werd gebruikt was gelijk aan die van eerdere cyberaanvallen op Noord-Korea’s grootste vijand: Zuid-Korea. Bovendien is het Sony die de film The Interview produceert, waarin James Franco en Seth Rogen belast worden met de taak om de Grote Leider Kim Jong-Un uit te schakelen. Iets waar het land furieus om is geweest.
Noord-Korea heeft nu het stilzwijgen rondom de Sony-hack doorbroken en zegt volgens persbureau AFP dat ze niets met de aanval te maken hebben, maar dat ze de actie wel volledig steunen. Ze noemen het een ‘righteous deed’ en vermoeden dat de hack is uitgevoerd door sympathisanten van het afgesloten land.
Ondertussen gaan de hackers gewoon door met het onder druk zetten van Sony’s filmstudio. In e-mails wordt opgeroepen te gehoorzamen, anders zullen de Guardians of Peace het bedrijf “van de aarde laten verwijderen”. De FBI onderzoekt de zaak inmiddels ook, maar heeft nog niet met een beschuldigende vinger naar iets of iemand gewezen.
Wordt ongetwijfeld vervolgd.