9 dingen om op te letten bij aanschaf van je volgende tv

Dus je hebt besloten om de oude kijkbuis eindelijk de deur uit te doen en iets nieuws te kopen? Lees dan hier 9 dingen waar je op moet letten.

1. Formaat
Dit lijkt een inkoppertje te zijn, maar je zult niet de eerste zijn die thuis komt met een toestel wat voor geen meter in de kast past. In de winkel lijken alle tv’s nou eenmaal kleiner, en een gehaaide verkoper zal je altijd de grootst mogelijke aansmeren. Daar zit nou eenmaal de meeste marge op. Meet de kast op, vergeet daarbij de diepte én het feit dat in een dichte kast het ding z’n warmte ook nog kwijt moet kunnen niet, en noteer die maten ergens. Ook belangrijk is hoe ver je er vanaf zit. Twee meter of dichter bij? Niet meer dan 26 inch. Zit je er ongeveer 2,5 meter vanaf dan ben je het beste uit met een 32 inch of 37 inch televisie en bij drie meter of meer wil je toch echt wel boven de 40 inch zitten.

2. LCD vs LED
Alle platte tv’s hebben een vorm van backlight nodig. Bij ‘traditionele’ LCD-panelen ging dit met hele platte strips die op dezelfde manier werken als de TL-buizen in je kantoor. Het nadeel is dat de backlight vaak een beetje streperig is, zeker bij effen kleuren op het scherm. Tegewoordig hebben de meeste toestellen LED-backlighting. Dit betekend dat er allemaal kleine lichtjes achter het paneel zitten. Je bent hiermee van het streperige af, en bij donkere stukken in de film kan op zwarte stukken het helemaal uitgezet worden waardoor het ook echt zwart is (en niet donkergrijs). Ook verbruikt LED-backlight veel minder stroom en blijft stukken koeler. Full-LED heeft hierbij de voorkeur over Edgelit LED, wat niet lokaal kan dimmen

3. Schermresolutie
Dit lijkt een inkoppertje, altijd voor de hoogst mogelijke resolutie gaan. Full-HD betekend een resolutie van 1920X1080p, en HD ready is 1280x720p. In opkomst is 4K, wat een resolutie van 3840 × 2160 betekend. Dit zie je daarentegen alleen op de hele grote en dure toestellen. Full-HD is eigenlijk de standaard aan het worden, maar je zou bij kleinere televisies, of bij grotere afstanden van het scherm af, eventueel nog een HD-ready televisie kunnen overwegen. Dit schema, geleend van Carlton Bale, laat zien bij welke afstand je pas verschil ziet tussen de resoluties.

4. AV-aansluitingen
Dit is een beetje afhankelijk van wat je eraan wilt hangen, maar de vuistregel is dat meer altijd beter is. Heel veel dingen gebruiken tegenwoordig HDMI, maar het is wel fijn om in ieder geval nog 1 SCART-poort te hebben voor een eventuele oude videorecorder. Vergeet ook de audio niet! Als je de tv op een losse versterker aansluit, en dit raden wij wel aan, wil je het liefst een optische audiouitgang hebben. Dan kan je het geluid in zijn originele vorm naar de versterker passen, die er vervolgens surround sound van maakt. Een alternatief is een (digitale) coaxiale audiouitgang. Die kan hetzelfde als een optische uitgang, maar loopt over een koperen kabel in plaats van een optische kabel, waardoor deze gevoelig is voor storing van andere kabels.

5. Tuner en CI+
Alle toestellen hebben een ingebouwde analoge tuner, maar deze wordt steeds minder relevant. Bij alle aanbieders van digitale krijg je een losse set-top box om je kanalen mee te ontvangen, maar veel tv’s kunnen dat ook zelf. Je hebt hierbij DVB-C over de kabel, DVB-S over de satelliet en DVB-T over de ether. Welke je tv moet ondersteunen is afhankelijk van je aanbieder. UPC werkt bijvoorbeeld over de kabel (dus DVB-C), maar KPN’s Digitenne werkt over de ether (dus DVB-E). Daarbij komt dat je ook nog een decoderkaart hebt. Die kan je in de losse set-top box steken, maar als je die geheel wilt vervangen kan je een CI+ module aanvragen. Deze kaart steek je in de televisie, en daar de smart card weer in. Dan kan je met de afstandsbediening van de tv digitale tv kijken. Het beste kijk je op de website van je aanbieder, daar kan je vaak meer informatie vinden over welke toestellen ondersteund worden.

6. USB en Wifi
Steeds meer toestellen krijgen een ingebouwde wifi- of ethernetkaart. Hiermee kan je het ding in je thuisnetwerk hangen en deze als draadloos scherm gebruiken voor bijvoorbeeld Plex. Dit heet DLNA. Je kan dan met de tv direct naar de inhoud van een computer gaan en deze over het netwerk streamen. Je gedownloade films kan je zo simpel afspelen. Daarbij hebben veel tv’s ook nog een USB-poort waar een harde schijf aan te koppelen is. Hier kan je films op zetten en deze via de tv afspelen, maar sommige kunnen ook nog een harde schijf gebruiken op mee op te nemen. Zeker in combinatie met de juiste ondersteuning voor digitale televisie betekent het dat je helemaal geen mediabox/Horizon box/losse digitale video recorder meer nodig hebt.

7. 100Hz?
Het aantal Herz van een televisie is gelijk aan de maximale framerate die het toestel aan kan. Een 100 Hz toestel kan dus 100 beeldjes per seconde neerzetten. Aangezien onze ogen boven de 30 beeldjes per seconde eigenlijk geen verschil meer zien en het als ‘soepel’ waarnemen, lijkt het eigenlijk een overbodige feature. Toch kan het zijn dat er bij 100 Hz voordeel te halen is, bijvoorbeeld bij snelbewegende beelden. Soms beweegt iets zo snel dat het een beetje wazig lijkt te worden, en bij 100 Hz materiaal (dus tv + bronmateriaal) zal dat minder zijn. Een tv kan ook ‘normaal’ beeld van 24 beeldjes per seconde omzetten naar 100 beeldjes per seconde, maar dit gaat vaak gepaard met kwaliteitsverlies. Hou dit dus in gedachte en staar je niet blind op het grotere getal.

8. Audio
Elke tv heeft ingebouwde speakers, en elke fabrikant hangt daar allerlei dure labels aan. Voor de beste ervaring sluit je de tv aan op een goede 5.1 of 7.1 versterker en negeer je de ingebouwde speakers. Zoals ook al boven staat is het veel belangrijker dat het toestel goed aan te sluiten is op een extern audioapparaat dan dat er van zichzelf al allerlei bombastische speakers inzitten. Zeker nu tv’s steeds platter worden heeft het geluid er onder te lijden. Lage tonen hebben nu eenmaal een grotere klankkast nodig, en daar is steeds minder ruimte voor in de ombouw.

9. Merk en beeldkwaliteit
Merk lijkt tegenwoordig steeds minder uit te maken. Zeker bij de vooraanstaande merken (Samsung, Philips, LG…) houden de fabrikanten elkaar onderling zo strak in de gaten dat ze redelijk homogeen worden. Hetzelfde geldt voor de beeldkwaliteit in de winkel. Een platte tv is altijd achteraf nog in te stellen, dus als het ene toestel iets ‘blauwer’ lijkt dan het andere hoeft dat niet te betekenen dat dit thuis ook het geval is. Goed instellen is vaak even wat uitzoekwerk, maar het helpt enorm bij het gebruiksgenot.

Tags

Tags:

boyd

boyd

Boyd heeft 13 jaar ervaring als schrijver. Hij is sinds 2013 werkzaam bij Apparata, waar hij artikelen schrijft over software, gadgets, gaming, technologie en auto's. Boyd blijft op de hoogte van de allerlaatste ontwikkelingen over deze onderwerpen en deelt zijn kennis en expertise graag met de lezer. In zijn vrije tijd is hij een actieve sporter die houdt van tennissen en padel spelen.

Alle artikelen door boyd

Populaire artikelen

Populaire categorieën